Someday

Hij kwam terug van zijn werk. Het was donker buiten. Ooit had hij van de duisternis en de nacht gehouden, maar nadat hij haar had ontmoet, veranderde alles. Hij veranderde. Er waren nog een paar treden over en hij was bijna bij zijn auto. Elke keer dat hij in zijn auto stapte, herinnerde hij zich die reis naar het meer met haar. Het was een goede dag, zelfs de beste dag van zijn leven. Hij stak de sleutel in het contactslot, drukte het gaspedaal in en tenslotte reed hij naar huis. Er was weer een dag voorbijgegaan zonder haar. Hij reed de auto vooruit. De weg was bijna onzichtbaar en hij voelde zich niet lekker. Hij wilde slapen. Zijn ogen gingen vanzelf dicht. Hij dacht dat het beter was om een ​​taxi te bellen. Plotselinge klap! Dan het geluid van brekend glas. Hij zat vast in een bankschroef; hij kon niet bewegen. Hij voelde dat het leven hem verliet. Om de een of andere reden leek het hem echter dat dit niet het einde was.